Proza 2 go

Ze woont in een huis
dat heet De Rieg
en niemand die haar zeggen kan
wat het betekent
want dat kost tijd


het huis van oma
is net zo groot
als mijn kleerkast
en toch
raakt ze het toilet steeds kwijt


in het huis van mijn oma
ruikt het niet meer
zoals toen
ik nog kleiner was
dan zij


alleen de foto van opa
waar ze nu eens op scheldt
dan weer naar lacht
met haar meisjeslach


in het huis van mijn oma
duren de dagen
wel een heel leven


en vraagt ze me
zoals ik vroeger deed
'Je blijft toch nog even?'

987

Ze wilde leren zeilen, dus had hij een bootje gehuurd.
De 987 was precies waar ze op hoopte.
Een lelijk klotsend ding, maar je kon vanuit je bed naar de sterren kijken.
Hij leerde haar de fok bedienen.
Zij was de beste winch-gorilla die hij ooit had gekend.
De sexieste in ieder geval.
In de haven keek zij, hoe hij de boot parkeerde.
Vanaf de steiger hoorde ze iemand zeggen ‘netjes hoor’.
En zij keek goedkeurend naar hem, en zei met haar armen over elkaar, ‘netjes hoor’,
en gaf hem 987 zoenen.

Snapshot

Blote voeten op het dashboard, haren wapperen in de wind, jazz en sax, rode lampjes radio, een ver te zoeken ratio, een nacht waarin ik vind, dat jij en ik, ik en jij, wij horen hier en bij elkaar, sssst, zegt hij, wees maar stil, kijk naar mij en luister naar, vingertoppen op een bruine arm, licht als een landende vlinder, weet hij nou, dat ik het weet, vertwijfelde onzekerheid, ik voel zijn hand en zinder, van weet-ik-veel wat dit eigenlijk is, is dit wel wat, of alweer weg, is hij het wel, ik ben het echt, heb ik gezegd, dat jij mijn zon bent, dan mijn maan, een oranje boven zee, geen idee waar hij naartoe wil gaan, het maakt niet uit want ik ga mee, ik wil dat hij wil, dat hij het weet, waarheen ik wil met hem vannacht, en morgen en ook overdag, en misschien ook volgend jaar, dat hij en ik, ik en hij, wij horen bij elkaar, blote voeten op het dashboard, een oranje maan boven een stille zee, mijn geheugen maakt een foto, een foto in 3-D, stop maar hier, want weet je, hee, ik vind jou zo erg, zo erg lief, en voor ik de moed, die ik heb vergaard, onmiddellijk weer verlies, ik vind nog meer, nog meer van jou, ssst zegt hij, wees maar stil, jazz en sax, de radio, rode zoenen in adagio, volledig van de kaart, hij voelt het ook, dat denk ik nog, en alles gaat in sneltreinvaart.

Geluk om 07.00 uur 's ochtends

Als jij ‘s morgens wakker wordt
met je peenhaar alle kanten op
en je zurig luchtje
zo lekker dichtbij


Als ik je moet zoeken
tussen de lakens
en jij dan hard Boe! roept
en ‘hou van mij’


Je tenen omhoog
die ik moet kussen
dan weer even
bovenop me staan


Jij kan zo mooi stralen
en duikelen en draaien
nog een keer heerlijk
dicht tegen me aan


Je wang tegen de mijne
die ik moet kussen
alleen meneer de Aap
komt hier nog tussen


Grote liefde
sterk verkleind
hou ik nou jou
of hou jij mij overeind?


Geluk om 07.00 uur 's ochtends is ook hier te vinden.

De Drie Musketiers en een wielrenbroekje

Ik leerde hem kennen
in een obscure kroeg
waar een rookgordijn
van eenzaamheid hing


in de kroeg genaamd
De Drie Musketiers
maakten drank en drugs
geen uitzondering


mooie vrouwen zonder tanden
hoeren zonder klanten
mannen droegen een tasje
met daarin hun ziel


lachen werd verward
met braken
m’n linkerskate bleef
aan de drempel haken
toen ik bovenop hem viel


mijn wielrenbroek
ging hem niet onopgemerkt
voorbij


naast hem
was nog wel
een plaatsje vrij


open 24 uur per dag
maar zo lang
bleven we niet....




De Drie Musketiers en een wielrenbroekje is ook hier te vinden.

Op een klein stationnetje

Hij spoort niet, maar weet wel heel veel van treinen.
Op zolder heeft hij ze in het klein, en hij behandelt ze met een tederheid als waren het pasgeboren muisjes.
Zijn fluit is hem afgenomen, want hij blies er ook ‘s nachts op.
Hij weet best dat ze hem fluisterend ‘de hondenkop‘ noemen.
Nu mag hij ook niet meer spotten, ze zeggen dat hij zijn tijd beter kan besteden.
Daarom kijkt hij nu naar astro-tv.