Barbie en de man van zes miljoen kruipen achter de bank op zoek naar avonturen.
Gewapend met een blauwe walkman, te groot voor kleine handen, en headset met schuimrubberen oordoppen -oranje- , veroveren zij het universum van de woonkamer.
In hun oren Tubular Bells, de toffe muziek van Bassie en Adriaan, hun ogen en stemmen samengeknepen, fluisterend, dreigend.
Pas op, daar in vijandelijke linie ligt de hond, ook wel bekend als de ‘ennemie’.
Hij slaapt, ga er tijgerend langs: Over.
Ellebogen schuren over het tapijt, knieƫn bedrukt met appelapplicatie voelen geen pijn.
Nog een meter slechts, naar de ovenla, blinkend in het vizier.
In het licht van de hoge keukenramen berekenen zij de route.
Een paar meter te gaan, zij tellen hun kleine stappen, hier tellen zij altijd mee.
De wereld buitensluitend, sluipen Barbie en de Man van Zes Miljoen geruisloos door de kamer.
Blond haar wipt nieuwsgierig boven een tafel, een bonk, een vloek, de Man van Zes Miljoen is weer eens gevallen.
Voetstappen op de trap.
Blijf laag: Over. Ik dek je: O…
Een duw, een stomp, trots is zoveel groter dan liefde.
Stomme trut: Over. Ik ben er bijna: Oh, een sleutel in het slot.
Niets is onbereikbaar, zij weten alles te vinden, alleen of samen, maar altijd stil en snel.
Malende kaken slikken supersnel, smakkende mondhoeken glimlachen een bruine lach,
grote ogen kijken omhoog.
Geen tijd voor overwinningsgebaren, alleen het stille genieten van een wikkel zenuwachtig krakend in een kleine broekzak.
Twee felle vingers wijzen automatisch naar
Barbie en de Man van Zes Miljoen, soms tegen maar meestal met elkaar.